De zesde staatshervorming zorgde ervoor dat de bevoegdheid inzake gezinsbijslagen werd overgeheveld van het federale niveau naar het niveau van de deelstaten/gemeenschappen, en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor Brussel. De GGC moest dus een hervormingstraject uittekenen en doorvoeren. Alvorens een nieuw kinderbijslagstelsel kan worden geïmplementeerd, is het noodzakelijk om de mogelijkheden, knelpunten en gevolgen van verschillende hervormingsvoorstellen in kaart te brengen en om diverse varianten qua bedragen en inkomensgrenzen uit te werken en te simuleren. Het Brussels Gewest heeft ook specifieke sociaaleconomische en demografische kenmerken waarmee rekening moet worden gehouden bij de behandeling van de kwestie van de gezinsbijslagen. In deze context realiseerde het BSI, in samenwerking met het Centrum voor Sociaal Beleid (UA), een onderzoek met een vierledige doelstelling:
1) het in kaart brengen van de administratieve knelpunten en mogelijkheden die gepaard gaan met het uittekenen van een vereenvoudigd model van kinderbijslag, rekening houden met de algemene principes zoals gestipuleerd in de openbare aanbesteding;
2) het voorstellen van een aantal scenario’s voor een nieuwe kinderbijslagregeling in het BHG, met inbegrip van het toekennen van sociale toeslagen op basis van het inkomen;
3) het in kaart brengen van de impact van hervormingsscenario’s op het welvaartsniveau van gezinnen met kinderen in het BHG: wie wint, wie verliest?;
4) het in kaart brengen van de budgettaire gevolgen van hervormingsscenario’s in functie van een standstill regeling.”