Dualisering en afhaken op school, hoge werkloosheid bij laaggeschoolde jongeren en chronische bestaansonzekerheid wijzen op de problemen die jongeren ondervinden bij de doorstroming van het onderwijs naar de arbeidsmarkt. Deze synthese strekt ertoe de transitie van jongeren van de schoolbanken naar de arbeidsmarkt, van werkloosheid naar opleiding, van opleiding naar werk en op de arbeidsmarkt zelf beter in kaart te brengen. De synthese is gebaseerd op de werkzaamheden van het “Jongerenlabo”, dat gedurende twee jaar beleidsmakers, docenten, werkgevers, professionals uit het werkveld en natuurlijk ook werkloze jongeren bijeenbracht voor groepsanalyses. In eerste instantie wordt, na een korte schets van de situatie in Brussel en een nauwkeurigere omschrijving van de categorie “jongeren in transitie”, het desbetreffende overheidsbeleid onder de loep genomen. In tweede instantie wordt een gezamenlijke diagnose gesteld van de uitvoering van het overheidsbeleid in kwestie en de resultaten. Samen met de actoren die het beleid ten uitvoer leggen, worden enkele van de uitdagingen voor het beleid aangemerkt, dat meer op een “patchwork” van conflictueuze relaties dan op een coherente regeling lijkt. In derde instantie onderzoeken de auteurs, met het oog op de toekomst, de voorwaarden en mogelijkheden voor een adequater overheidsbeleid dat de doorstroming van jongeren van het onderwijs naar de arbeidsmarkt verbetert.
Deze synthesenota is gebaseerd op de conclusies van het “eindseminarie van het jongerenlabo: de doorstroming van de jongeren van school naar werk” (http://www.youthlab.eu). Dit onderzoek, dat gesteund wordt door de DG Werkgelegenheid en Sociale Zaken van de Europese Commissie, is uitgevoerd in het kader van een partnerschap tussen de Université Saint-Louis – Bruxelles, Actiris en de CCFEE (Commission Consultative Formation Enseignement Emploi) en met drie andere openbare diensten voor arbeidsvoorziening: de Arbeitsmarktservice Österreich(AMS, Oostenrijk), de Bundesagentur für Arbeit (BA, Duitsland) en FOREM (Wallonië). De diverse actoren die betrokken zijn bij de doorstroming in het Brussels Gewest, hebben gedurende twee jaar meegewerkt aan het stellen van een diagnose en het uitstippelen van perspectieven. De inhoud van de synthesenota verbindt evenwel enkel de auteurs.