Spring naar content

Recherche

BRUSSELS STUDIES INSTITUTE

Stadscentrum, voetgangerszone en levenswijzen

Stadscentrum, voetgangerszone en levenswijzen

Het BSI rondde in januari 2020 een kwalitatief onderzoek af naar de impact van de voetgangerszone in het centrum van Brussel dat uitmondde in het onderzoeksrapport dat u hier kan terugvinden*. Het ging om een etnografisch onderzoek over het proces van ‘piétonisering’, alsook over de materiële context en de actoren die eraan gelinkt zijn. De studie, die gevoerd werd met de financiële steun en de wetenschappelijke begeleiding van het Forum Vies Mobiles (Parijs), bestond uit drie luiken: een zestigtal interviews, observaties op het terrein en de tracking van de verplaatsingen van een deel van de deelnemers aan het onderzoek via de app MOTUS. De deelnemers aan het project waren gebruikers en vroegere gebruikers van het stadscentrum, waaronder bewoners, handelaars, maar ook dakloze personen, bewoners uit de periferie en personen die werken in het centrum.  Verder werden ook een aantal sleutelactoren van de piétonisering geïnterviewd zoals de korpschef van de fietsbrigade van de politie en een immobiliënmakelaar.

De studie had voornamelijk tot doel om de impact van de piétonisering van de Anspachlaan – enkele jaren terug telde deze laan nog vier rijstroken voor auto’s – op de zogenaamde ‘modes de vie’ (levenswijzen) te bestuderen.  Deze levenwijzen werden benaderd volgens de definitie van Pattaroni en Kauffman (Pattaroni 2013) die drie dimensies van levenswijzen vooropstellen, of logica’s om met de omgeving om te gaan; een functionele dimensie die verwijst naar het praktische karakter van dagelijkse activiteiten [“caractère pratique des activités quotidiennes”] (Pattaroni et al. 2009: 13-14), een sociale dimensie via de welke men de sociale aspecten van een omgeving ondervindt en de zintuiglijke dimensie die betrekking heeft op de lichamelijke ervaring van de omgeving.

Tijdens de interviews en de observaties werd bijzondere aandacht geschonken aan de manier waarop deze drie dimensies vorm kregen en zich verankerden in het stadscentrum. Verder lag de focus ook op de manier waarop de veranderingen verbonden aan de piétonisering – zowel materieel als immaterieel – deze verschillende dimensies en het gehele proces beïnvloedden. De studie gaf op die manier een beeld van het ‘potentiel d’accueil’ van de voetgangerszone, namelijk van haar potentieel om de verschillende – zeer heterogene – levenswijzen die de Anspachlaan kenmerken, een plaats te geven en te laten samenleven.

De studie toont aan dat het potentiel d’accueil van de Anspachlaan lijdt onder de onbepaaldheid van het project. Deze onbepaaldheid – of het gebrek aan communicatie van een duidelijke visie door de dragers van het project – is een verstorende factor geweest, een bron van conflicten die ervoor gezorgd heeft dat het project maar moeilijk draagvlak vond. De onbepaaldheid heeft er verder voor gezorgd dat er geen immateriële infrastructuur geboden werd die nodig is om een dergelijke verandering te begeleiden en de valorisatie van het samenleven van verschillende gebruikers mogelijk te maken. Bovendien heeft het gebrek aan het communiceren van een duidelijke visie ertoe geleid dat andere visies verbonden aan stadsmarketing en commerciële, toeristische en vastgoedlogica’s aan belang wonnen. Deze alternatieve visies dreigen echter de sociale mix in de voetgangerszone op termijn te ondermijnen.

*Het rapport is enkel beschikbaar in het Frans.

Pattaroni, L., Thomas, M.-P. et Kaufmann, V. (2009). Habitat urbain durable pour les familles. Enquête sur les arbitrages de localisation résidentielle des familles dans les agglomérations de Berne et Lausanne (Cahier du Laboratoire de Sociologie Urbaine, Lasur). Lausanne : EPFL.

Pattaroni, L. (2013). « Mode de vie », Forum Vies Mobiles – Préparer la transition mobilitaire. Consulté le 11 septembre 2019. URL.

Scroll naar boven