Spring naar content

Recherche

BRUSSELS STUDIES INSTITUTE

Opinie – Verhalen van Brussel

Het Brussels Studies Institute steunt het initiatief van verschillende experten die initiatieven voorstellen waarin de Brusselaars de geschiedenis van Brussel op een originele, inclusieve en eigentijds manier benaderen. Ontdek hier hun opinie die op 02 maart 2023 werd gepubliceerd.

Verhalen van Brussel

Zolang Het verhaal van Vlaanderen wekelijks vele kijkers geboeid houdt, gaat ook het debat over dat verhaal onverminderd voort. Dat debat richt zich ook steeds meer op Brussel. Onvermijdelijk roept elk project dat focust op het huidige Vlaamse grondgebied vragen op over de grote blinde vlek in het midden van het Vlaams gewest. Heeft Brussel een plaats in het verhaal van Vlaanderen? Of heeft Brussel een eigen verhaal dat verteld moet worden?

Historicus Jan Dumolyn (UGent) uitte onlangs in een column (DS 4/02/23) en een interview (Bruzz 24/02/23) zijn bezorgdheid over het ontbreken van een historisch verhaal van Brussel. Door de grootschalige stadsvernieuwing in de 19de en 20ste eeuw werden grote delen van de hoofdstad met de grond gelijkgemaakt, terwijl ook de bevolking sterk veranderde. Als gevolg daarvan stelt Dumolyn dat er niemand nog het verleden van de eigen stad kan claimen, en dus laten de Brusselaars dat liever links liggen.

Dumolyn betreurt dit. Het verleden van Brussel is rijk aan belangrijke gebeurtenissen, zoals de miskende slag bij de Vilvoordse Beemden* uit 1306 die hij aanhaalt. Wat Brussel met dat eigen rijke verleden moet aanvangen, ‘dat moeten ze aan Brusselse historici vragen,’ beweert Dumolyn. ‘Maar misschien getuigt niets doen wel van een gebrek aan creativiteit of durf.’ 

Het siert Dumolyn dat hij een grotere publiekshistorische activiteit in Brussel toejuicht, maar hij gaat voorbij aan de creativiteit en diversiteit aan initiatieven die reeds worden ondernomen in de hoofdstad. De omgang met het eigen verleden is daarbij vaak zelfs op een eigentijdsere leest geschoeid dan in Het verhaal en de in opmaak zijnde canon van Vlaanderen: een omgang met het verleden die niet in steen is gebeiteld, die meerdere verhalen van onderuit belicht, en die ook de Brusselaars met hun diverse achtergronden zelf aan het woord laat. Twee voorbeelden tonen dat er een andere manier is om om te gaan met de eigen geschiedenis, die zowel recht doet aan de rijkdom van het eigen verleden als aan de complexiteit van de hedendaagse samenleving.

Een borstbeeld in Schaarbeek

In 1970 kwam Roger Nols (FDF) democratisch aan de macht in de Brusselse gemeente Schaarbeek, zonder evenwel de burgemeester van alle Schaarbekenaren te willen zijn. Zowel Nederlandstaligen/ Vlamingen (zo u wil) als buitenlandse nieuwkomers was hij liever kwijt dan rijk in zijn gemeente. 

Maar terwijl het gemeentebestuur er vandaag een andere mening opna houdt, bewijst een massief marmeren borstbeeld in de hal van het gemeentehuis Nols (1922-2004) nog steeds alle eer. De gemeente contacteerde daarop het Brussels Studies Institute, een door het Brussels Gewest ondersteund tweetalig en interuniversitair onderzoeksplatform over Brussel, om tot een breed gedragen oplossing te komen.

Deel 1 van de oplossing bleek gedegen historisch onderzoek. Wie was Nols? Waar stond hij voor? Wat verklaarde zijn populariteit? Een drietalig online overzichtsartikel zorgt ervoor dat die kennis toegankelijk is voor iedereen. Deel 2 was dialoog en debat. Hoe kijken verschillende betrokken partijen vandaag naar hetzelfde borstbeeld? Via workshops met verkozen politici, historici, activisten, ambtenaren en gelote burgers werden de verschillende stakeholders met elkaar in dialoog gebracht.

Standpunten werden bijgesteld, en bij consensus werd voorgesteld om het borstbeeld enerzijds 180 graden om te draaien, en anderzijds te voorzien van een kunstwerk dat de huidige waarden van de gemeente uitdraagt. Nols wordt de rug toegekeerd, zonder zijn beeld weg te moffelen op een donkere zolder en zo de confrontatie met het eigen verleden onmogelijk te maken. Nu veel instellingen met soortgelijke vragen zitten, heeft de Brusselse gemeente zo de weg gebaand voor een vernieuwende en originele historische aanpak. Het Schaarbeekse compromis kon immers niet zonder inspraak van de eigen inwoners tot stand zijn gekomen. Een breed aansprekende, herkenbare kijk op de geschiedenis vraagt om een blik van onderuit.

Een nieuw museum op de Grote Markt

Ook in een stad als Brussel maakt het feit dat we dezelfde stedelijke ruimte delen – hoe sterk die ook veranderd is – een historische kijk op het leven van onze voorgangers in de stad ongemeen leerrijk. Het is een van de uitgangspunten bij de vernieuwing van het Museum van de Stad Brussel, dat zijn plaats heeft in het statige neogotische Broodhuis op de Grote Markt. Er loopt een renovatietraject waarbij het gebouw en de museumopstelling volledig worden aangepakt. Op vraag van het museumteam stelde het Brussels Studies Institute een tweetalig en interdisciplinair wetenschappelijk comité samen, waarin onder meer historici met diverse expertise in de geschiedenis van Brussel de inhoudelijke krijtlijnen van het nieuwe museum mee uittekenen.

In dat nieuwe museum zullen verschillende verhalen van Brussel samenkomen. Vanuit diverse sociale, politieke, economische en culturele invalshoeken ligt de focus er zo ook op de verhalen van onderuit, over het leven van gewone Brusselaars, gewone en buitengewone mannen én vrouwen, maar ook over nieuwkomers, mensen in de marge van de samenleving, de relatie tussen stad en natuur … Historici boeken de laatste jaren met rasse schreden vooruitgang in deze thema’s, die vandaag elk publiekshistorisch project een eigentijds, inclusief gezicht kunnen geven.

Ook de Brusselaars worden betrokken bij het nieuwe museumprogramma. Zij worden op tal van plaatsen en pleinen bevraagd over wat een stadsmuseum voor hen kan betekenen en welke aspecten van de Brusselse geschiedenis daarin een plaats verdienen. In combinatie met de inzichten van experten gidst deze dialoog het museumteam tot een breed gedragen, wetenschappelijk verantwoord eindresultaat.

Verhalen van Vlaanderen en van Brussel

Er vallen vele verhalen van Vlaanderen te vertellen, en dat geldt ook wanneer we de blik wenden naar Brussel. In de serie wordt Brussel veelal herleid tot de ietwat zonderlinge plek van waaruit politieke macht werd uitgeoefend over Vlaanderen: van de Bourgondiërs in het Coudenbergpaleis tot de Franstalige elite in het Belgische parlement.

Brussel was echter ook meer dan dat. Het maakte integraal deel uit van een alsmaar belangrijker wordend stedelijk netwerk waar een groeiend aantal mensen heen trok. Processen van industrialisering en groeiende ongelijkheid waren ook Brussel niet vreemd. Daar zijn niet alleen historici zich in toenemende mate van bewust, maar dankzij een bloeiende publiekshistorische dynamiek in de hoofdstad ook de Brusselaars zelf. Nu de Vlamingen nog.

Matthijs Degraeve (VUB), Joost Vaesen (VUB), Serge Jaumain (ULB), Iadine Degryse (BSI), Claire Billen (ULB), Frédéric Boquet (Archivist), Stéphane Demeter (ULB/urban), Heidi Deneweth (VUB), Michel Hubert (USL-B), Christophe Loir (ULB), Dirk Jacobs (ULB) en Benjamin Wayens (ULB).

 

*De door Jan Dumolyn genoemde “Vilvoordse beemden” verwijzen naar een episode die alleen bekend is uit enkele zeer vage verzen van een Antwerpse kroniekschrijver. De interpretatie ervan is nogal ingewikkeld. De historicus Hans Vandecandelaere heeft zich over deze episode gebogen (zie Vandecandelaere, 2008: online). De “Vilvoordse beemden” zouden verwijzen naar een conflict tussen vertegenwoordigers van de Brusselse ambachten en leden van de heersende sociale elite in Brussel en waarschijnlijk ook de hertog van Brabant, die hen steunde. Het zou hebben geleid tot de nederlaag van de ambachten.

Scroll naar boven